Het kabinet neemt op korte termijn een besluit over de toekomst van staatsbank ABN Amro. Minister Jeroen Dijsselbloem (Financiën) vroeg woensdag na afloop van de ministerraad ,,nog even geduld”. Volgens hem wordt nu de laatste hand gelegd aan de plannen waarbij alle argumenten nog eens op een rijtje worden gezet.
Uitgangspunten voor Dijsselbloem zijn ,,zo veel geld als mogelijk proberen terug te verdienen van wat we erin hebben gestoken” en ,,ABN Amro moet op lange termijn geen staatsbank blijven”. De bewindsman zei te hopen dat oud-minister Gerrit Zalm nog even topman blijft bij ABN Amro.
Het toenmalige kabinet kocht ABN Amro in oktober 2008 voor bijna 17 miljard euro. Sindsdien zijn er nog vele miljarden in de bank gestoken; de teller is opgelopen tot boven de 30 miljard euro.
Beurs
Dat het kabinet binnenkort beslist over de toekomst van ABN wil nog niet zeggen dat de bank al snel naar de beurs gaat. In maart zei Dijsselbloem nog dat de marktomstandigheden er niet naar waren. Eerder deze week herhaalde de minister dat hij de bank van de hand wil doen zodra de markt het toelaat. ABN-topman Zalm zei in juli nog dat zijn bank in de zomer van volgend jaar klaar is om geprivatiseerd te worden.
De bank kan naar de beurs worden gebracht, maar ook in zijn geheel aan een andere partij worden verkocht. Ook kan de Staat een deel van de aandelen in handen houden. Eerder pleitte regeringspartij PvdA ervoor dat ABN voor de helft in handen van de Staat blijft en de rest verkocht wordt aan institutionele beleggers.
De Tweede Kamer nam begin dit jaar een motie van CDA en PvdA aan waarin het kabinet wordt opgeroepen naar alternatieven te kijken voor een snelle beursgang, die ,,betere waarborgen moeten bieden voor maatschappelijk verantwoord bankieren, zoals duurzaam aandeelhouderschap (via loyaliteitsdividend en/of verzwaard stemrecht), een grotere rol van institutionele beleggers, een minderheidsbelang of 'gouden aandeel' voor de Staat, of een coöperatieve structuur''.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl